Naar overzicht

Zondag 20 januari beleefden we in de Gasthuis-kerk een bijzondere dienst. Tijdens de ochtenddienst werd gepreekt over Johannes 5 en vlak vóór de Bijbellezing werd het schilderij “Christus geneest een zieke bij Bethesda” van Dirck van Delen onthuld.

Dirck van Delen was van 1639 tot 1665 lid van het Lukasgilde (het gilde voor kunstenaars) te Middelburg. Hij neemt een belangrijke plaats in binnen de 17e-eeuwse Nederlandse schilderkunst, de Nederlandse Gouden eeuw. Dit blijkt alleen al uit het feit dat zijn schilderijen in musea over de hele wereld te vinden zijn: Boston, Amsterdam, Kopenhagen, Wenen, Londen, Parijs en veel andere wereldsteden.
Eén van zijn werken is het in 1636 gemaakte schilderij “Christus geneest een zieke bij Bethesda” naar het Bijbelgedeelte uit Johannes 5. Dit werk was een geschenk van de dankbare patiënt Jacques Orloogh aan het Gasthuis, gelegen naast de Gasthuiskerk aan de Lange Delft. Deze Orloogh schonk het schilderij waarbij onderaan het schilderij de volgende tekst werd geschilderd:
Ter liefden d’achtbaer schilderkunst
En tot goe leerlingh voor de crancken
Heeft Jacques Orloogh uut goe gunst
Dit stuck vereert ‘t Gasthuys ten dancken

Het schilderij heeft destijds in het voorportaal van het Gasthuis gehangen, recht tegenover de grote toegangsdeur, tot dat in 1865 werd afgebroken. Tegenwoordig is het schilderij eigendom van de Stichting De Godshuizen en hangt nu in de studiezaal van het Zeeuws Archief.
Het doek dat nu weer in de Gasthuiskerk hangt, is een replica van dit schilderij omdat het originele doek vanwege de economische en cultuurhistorische waarde in een goed geconditioneerde en beveiligde ruimte moet hangen. Toch zijn we er erg blij mee. Het prachtig uitgebeelde Bijbelse verhaal van de genezing van de zieke in Bethesda is weer te bewonderen op de plaats waar het oorspronkelijk was te zien. Elke zondag zal het ons doen stilstaan bij het verlossend werk van onze Heer Jezus Christus. Daarbij herinnert het ons aan Jezus’ oproep om ook zélf barmhartig te zijn. De gemeente van Christus is in zekere zin ook een gasthuis… immers, daar komen we samen als min of meer door het leven verwonde mensen die het allemaal moeten hebben van die ene Geneesheer. De gemeente dient daarom een huis van barmhartigheid en saamhorigheid te zijn. En zó willen we in Middelburg kerk zijn en gemeente zijn. Of om het met woorden van A.F. Troost te zeggen:

Dit huis, een herberg onderweg

voor wie verdwaald in heg en steg
geen rust, geen ruimte meer kon vinden,
een toevluchtsoord in de woestijn
voor wie met olie en met wijn
pijnlijke wonden liet verbinden,
dit huis, waarin men smarten deelt,
weet hoe Gods liefde harten deelt.

Dit huis, waarin een gastheer is
wiens zachte juk geen last meer is,
dit huis is tot ons heil gegeven:
een herberg voor wie moe en mat
terzijde van het smalle pad
struikelt en langer niet wil leven –
plaats tegen de neerslachtigheid,
een pleister van barmhartigheid.